Quality

E-merk

Door uw vulsysteem vanuit metrologisch perspectief te bekijken, krijgt u het verfijnste en beste rendement.
Optimaal procesontwerp: e-merk-systeem, specificaties en meetsystemen.

Expertise

Onze expertise en ervaring met e-merk maakt ons de beste partner om de marktplaatsing voor fabrikanten te versnellen en helpt eindgebruikers hun meetsystemen te optimaliseren. Wij begeleiden u door certificering, training, testen, consultancy, kennis en door onze internationale reputatie.

Informatie over het inrichten van een kwaliteitssysteem

Volgens de Warenwet moeten voorverpakte consumentenproducten die per (kilo) gram of (milli) liter worden verkocht, op de verpakking een verklaring bevatten met de hoeveelheid product die in de verpakking zit. Volgens de Nederlandse wetgeving moeten alle verpakkingen minimaal de hoeveelheid bevatten die op het etiket staat vermeld. Een e-markering op de verpakking houdt echter in dat de verpakkingen de gemiddelde vermelde hoeveelheid product bevatten (binnen de limieten). Dit levert waardevolle besparingen op.

FAQ (DUTCH)

Een verpakker die zijn werkwijze zo verandert dat de beschrijving van zijn e-teken systeem niet meer accuraat is, heeft géén erkenning voor de gewijzigde werkwijze. De erkenning moet worden aangepast naar de gewijzigde werkwijze.

Wijzigingen kunnen gemeld worden door ze handmatig aan te geven in een kopie van de bestaande erkenning en een scan van het geheel te mailen naar e-merk@nmi.nl. Wijzigingen in afvullijnen en/of meetinstrumenten kunnen ook zo of via een speciaal formulier worden aangegeven.

NMi stelt een offerte op waarna (na de ondertekening en betaling) een afspraak wordt gemaakt voor een bezoek voor de voorlopige erkenning of herevaluatie (zie hieronder).

Een bezoek is om verschillende redenen nodig. Ten eerste hangen de onderdelen van een e-teken systeem met elkaar samen: een wijziging die ogenschijnlijk klein lijkt, kan ertoe leiden dat er een anders systeem is ontstaan. Ten tweede veranderen beoordelingscriteria en kan het zijn dat onderdelen van een erkend e-teken systeem alleen onder andere voorwaarden erkend kunnen worden. Tot slot kent het e-teken geen cyclus van jaarlijkse surveillances en regelmatige herevaluaties waar wijzigingen gewoonlijk meegenomen zouden worden.

Ouder dan 1 jaar

Als de erkeninng ouder is dan 1 jaar, verloopt de erkenning van de nieuwe werkwijze zoals bij de erkenning van een nieuw systeem.

Niet ouder dan 1 jaar

Als de erkenning niet ouder is dan 1 jaar, dan voert NMi een herevaluatie uit. Daarbij wordt onderzocht of de wijzigingen passen binnen het bestaande e-teken systeem en of de verpakker doet wat er is afgesproken.

Op basis daarvan wordt een advies opgesteld over de hernieuwde definitieve erkenning van het e-teken systeem. Het komt ook voor dat opnieuw een voorlopige erkenning moet worden afgegeven en opnieuw een evaluatie moet plaats vinden.

Wij hebben voldoende capaciteit om orders op korte termijn in te plannen. Ook in het geval van spoedopdrachten staan wij dus voor u klaar.

Nieuwe aanvragen worden binnen een week in behandeling genomen.

Het antwoord valt uiteen in tweeën. Waar een e-teken systeem betrekking op heeft en hoe het erkennen verloopt.

Waar heeft een e-teken systeem betrekking op heeft

Een e-teken systeem beschrijft dat wat de verpakker doet om ervoor te zorgen dat de e-voorverpakkingen voldoen aan de eisen.

De volgende onderwerpen komen aan bod:

  1. Doseren en vullen (oa: product, vulprincipe, tempo, aantal vulkoppen, streefwaarde, standaardafwijking, bijstelmogelijkheden)
  2. Meetinstrumenten voor voorverpakkingen, dichtheid en verpakkingsmateriaal (oa. merk, type, nauwkeurigheid/ijkeenheid, meetbereik en (eventueel) weegtempo, wijze en frequentie van kalibratie)
  3. Verzamelen van meetresultaten voorverpakkingen, dichtheid en verpakkingsmateriaal (100% of steekproeffrequentie en -grootte)
  4. Verwerken van meetresultaten tot ‘beslisinformatie’, presentatie van ‘beslisinformatie’
  5. Beoordelen van ‘beslisinformatie’ (door wie, goed- en afkeurcriteria)
  6. Herverwerking van afgekeurde e-voorverpakkingen
  7. Registraties en instructies

Hoe het erkennen verloopt

Een bedrijf dat een e-teken erkenning wil, meldt zich bij NMi via e-merk@nmi.nl. NMi stelt een offerte op waarna (na de ondertekening en betaling) en de werkzaamheden beginnen die leiden tot erkenning.

Het erkennen verloopt in twee fasen: voorlopige erkenning en definitieve erkenning.

Voorlopige erkenning: op basis van een bezoek aan de verpakker wordt vastgelegd wat een verpakker doet om ervoor te zorgen dat zijn e-voorverpakkingen voldoen aan de eisen. Als alles goed is, wordt dat e-teken systeem voorlopig erkend. Een voorlopige erkenning is een half jaar geldig. In dat half jaar implementeert de verpakker het beschreven e-teken systeem.

Nadat de verpakker de voorlopige erkenning heeft ontvangen, mag het e-teken op de voorverpakkingen.

Een verpakker kan zich het beste voorbereiden door per afvullijn de informatie onder a. en b. beschikbaar te hebben tijdens het eerste bezoek. Tijdens de aanvraag ontvangt de verpakker daarvoor een formulier dat hij daarvoor in vult.

Evaluatie voor de definitieve erkenning: tijdens een tweede bezoek aan de verpakker wordt geëvalueerd of het systeem dat voorlopig is erkend bij de verpakker past en of de verpakker doet wat er is afgesproken. Op basis daarvan wordt een advies opgesteld over de definitieve erkenning van het e-teken systeem. Het komt ook voor dat opnieuw een voorlopige erkenning moet worden afgegeven en opnieuw een evaluatie moet plaats vinden.

Nadat u de opdracht bevestigd heeft, krijgt u binnen twee dagen de factuur, wanneer deze is voldaan neemt de planning binnen 7 dagen contact met u op.

Een verpakker vroeg zich af of zijn e-voorverpakkingen moeten voldoen aan ‘onze’ e-teken eisen of aan de eisen van het land van bestemming. Er is een kort antwoord: het laatste is het geval.

De voorverpakkingen van de verpakker die afvult voor een land buiten de Europese Unie en waar de EU geen handelsverdrag mee heeft (‘derde land’), moeten voldoen aan de eisen die gelden in het dat land. Met of zonder e-teken. En ook als dat land het e-teken in haar regelgeving heeft opgenomen. Let op met e-voorverpakkingen die via een omweg weer terugkomen in Europa: daar is de verpakker voor verantwoordelijk!

Het land van bestemming dwingt dat doorgaans af via de importeur in zijn land, waar hij de inspectie uitvoert.

Er zijn landen die dat combineren met certificatie van de importeur, die (deels) ‘leunt’ op dat wat de verpakker in Nederland doet om ervoor te zorgen dat zijn voorverpakkingen voldoen aan de specificaties.

Voor e-voorverpakkingen helpt het soms als het e-teken systeem van de verpakker recent is erkend; er zijn verpakkers die daarom jaarlijks erkenning van hun e-teken systeem aanvragen. Dat, en de resultaten van controles op geïmporteerd product, kan dan leiden tot een aangepast regime van importcontroles.

In alle gevallen zijn het de autoriteiten van het derde land die de uitzonderingen en/of voorwaarden bepalen.

Welke eisen gelden er in landen buiten Europa? Verpakkers kunnen dat het beste navragen bij degene aan wie ze leveren.

De eisen in landen buiten Europa zijn verschillend. Soms lijken ze erg veel op die van het e-merk en soms moet de producthoeveelheid in elke voorverpakking tenminste gelijk zijn aan de hoeveelheid op het etiket.

Degene aan wie verpakkers leveren (de importeur in het land van bestemming) is doorgaans de beste bron van informatie.

In de Europese Unie (en andere waarmee de EU een handelsverdrag heeft) mogen e-voorverpakkingen vrij verhandeld worden. Mogen na de Brexit de e-voorverpakkingen uit het Verenigd Koninkrijk ook vrij verhandel worden?

Het handelsakkoord dat de Europese Unie met het VK heeft gesloten, gaat niet over e-voorverpakkingen. Daarmee wordt degene die e-voorverpakkingen uit het VK koopt, importeur met bijbehorende verantwoordelijkheden. Daarmee wordt degene die e-voorverpakkingen uit het VK koopt, importeur met bijbehorende verantwoordelijkheden.

De Brexit heeft gevolgen voor Nederlandse bedrijven die e-voorverpakkingen uit het Verenigd Koninkrijk op de Nederlandse of Europese markt (willen) brengen.

Omdat het Verenigd Koninkrijk na de Brexit een ‘derde land’ is, veranderen er namelijk verantwoordelijkheden. Tot 31 december 2020 is de Britse verpakker er verantwoordelijk voor dat e-voorverpakkingen aan de eisen voldoen. Vanaf 1 januari 2021 is dat de verantwoordelijkheid van de Nederlandse importeur.

De importeur kan zijn verantwoordelijkheid op twee manieren nemen:

  1. De importeur gaat zelf meten en zelf controleren of de e-voorverpakkingen voldoen, voordat ze verder verhandeld kunnen worden; hiervoor heeft de importeur een erkend e-teken systeem nodig die hij moet aanvragen bij NMi (via e-merk@nmi.nl); of
  2. De importeur heeft een verklaring nodig over bewijs dat hij zijn voldoende garanties heeft om zijn verantwoordelijkheid te nemen; die verklaring moet hij aanvragen bij NMi (via e-merk@nmi.nl).

Voordat zo’n verklaring kan worden afgegeven, voert NMi een onderzoek uit naar de kwaliteit van het bewijs en de garanties. Daarna brengt NMi een advies uit over de geschiktheid van dat bewijs en de garanties die kan leiden tot zo’n verklaring.

Reguliere procedure

De importeur kan elk soort bewijs en garanties aan NMi voorleggen, maar gewoonlijk bestaat dat uit de volgende informatie:

  1. Gegevens van de importeur in Nederland
  2. Gegevens van de verpakker(s) in het land buiten de EU
  3. Beschrijving van het e-teken systeem van de/elke verpakker
  4. Beoordeling van de juiste werking van het e-teken systeem van de verpakker(s) door NMi of een andere onafhankelijke gekwalificeerde derde

De importeur kan bij NMi een “aanvraagformulier voor de import vanuit een derde land” opvragen (via e-merk@nmi.nl).

De doorlooptijd van de behandeling van de aanvraag duurt ongeveer 1 maand.

Voor Brexit bestaat er een verkorte procedure:

De aanvraag tot zo’n verklaring kan via een verkorte procedure lopen als de importeur bij zijn aanvraag het volgende bewijs en garanties aanlevert:

  1. Gegevens van de importeur in Nederland
  2. Gegevens van de verpakker(s) in het VK
  3. In eerste instantie geen beschrijving van het e-teken systeem van de/elke verpakker in het VK
  4. Bezoekrapport niet ouder dan 1 jaar van de lokale Britse Trading Standards Service (TSD) waar uit blijkt dat het e-teken systeem van de verpakker(s) voldoet aan:
    1. the Weights and Measures (Packaged Goods) Regulations 2006; en de
    2. Guidance v.4 uit december 2015.

Als er geen bezoekrapport is of het is ouder is dan 1 jaar, dan verloopt de aanvraag via de reguliere procedure.

De importeur kan bij NMi een “aanvraagformulier voor de verkorte procedure Brexit” opvragen (via e-merk@nmi.nl).

Met de verkorte procedure kan de importeur 1 jaar na het bezoek van de Trading Standards Service importeren. Als er in deze periode geen handelsakkoord met de EU tot stand komt, is er tijd om de reguliere procedure op te starten en te doorlopen.

Wanneer alle informatie compleet is, is de doorlooptijd van de behandeling van de verkorte procedure ongeveer 10 werkdagen.

Een verpakker levert aan een Duitse klant en die wilde dat een checkweigher ervoor zorgt dat het percentage tussen TU1 en TU2 niet meer is dan 2%. In Nederland hanteren we 2,5%. Waar komt het verschil vandaan en wat is leidend? Het korte antwoord: vanwege vrij verkeer van goederen in Europa kunnen verpakkers die in Nederland afvullen 2,5% aanhouden. Ook als Duitsland 2% aanhoudt.

Het gaat om de interpretatie van deze eis in 76/211/EEG, bijlage 1.3 (vrij vertaald): het aantal exemplaren in een partij e-voorverpakkingen met een producthoeveelheid tussen de TU1-grens en TU2-grens moet zo klein zijn, dat die partij door de wettelijke inspectie-steekproef heen komt.

Toen de regelgeving werd opgesteld, bestonden er geen checkweighers en hanteerden vrijwel alle verpakkers een steekproefsysteem. Dat moet robuust genoeg zijn om partijen te detecteren die niet voldoen. De kans op onterechte goedkeuring van een foute partij speelt hierbij een rol. Bij de erkenning van dat e-teken systeem en alles wat er bij komt, werd en wordt dit beoordeeld.

In vrijwel alle landen van Europa is toen geïnterpreteerd: als het aantal voorverpakkingen met een producthoeveelheid tussen de TU1-grens en de TU2-grens in een partij niet groter is dan 2,5%, dan is de kans op onterechte goedkeur klein genoeg. In sommige landen heeft men 2% genomen. Wie er gelijk heeft, is iets voor statistici.

Één van de bedoelingen van het e-teken was om vrijhandel tussen Lidstaten te regelen in een tijd dat er nog geen vrijhandel was. Door erkenning van de verpakker en inspectie op zijn adres door de Lidstaat waar de verpakker is gevestigd. Hierdoor is inspectie in de Lidstaat van bestemming niet meer nodig.

Daarbovenop hebben juridische uitspraken over vrijhandel in de EU en verdragen geregeld dat wanneer een product legaal in de ene Lidstaat op de markt is, dat product ook in een andere Lidstaat op de markt mag. Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar het verschil tussen 2,5% en 2% is daar (nog) niet juridisch tegen getest.

Het bovenstaande sluit prima aan bij eisen over de producthoeveelheid in normen voor bijvoorbeeld voedselveiligheid. Die stellen dat een gecertificeerd bedrijf moet voldoen aan de eisen uit de wet. Met een e-teken erkenning kan de verpakker dat aantonen. Inclusief het percentage van 2,5% dat we in Nederland hanteren en zonder aanvullende eisen.

Een verpakker vult ketchup af en drukt de nominale hoeveelheid uit in g. Duitsland wil graag ml. Wat moet de verpakker doen?

De algemene regel is simpel: vloeibare producten moeten in een eenheid van volume (ml, cl of l) en alle andere producten moeten in massa (g of kg).

Het zijn de uitzonderingen in de e-teken Richtlijn die het ingewikkeld maken: als een Lidstaat regelgeving heeft die anders voorschrijft of er is een handelstraditie die anders is, dan moet de verpakker die volgen.

Het is geen overzicht welke handelstradities er bestaan en soms is de regelgeving in Lidstaten verschillend. Dit is het geval bij ketchup. Verpakkers drukken dan soms de nominale hoeveelheid uit in beide eenheden. De ene is de ‘verplichte’ en de ander is de ‘niet-verplichte’ in het ene land en omgekeerd.

Zowel de ‘verplichte’ als de ‘niet-verplichte’ nominale hoeveelheid moet kloppen. Staat er een e-teken bij, dan geldt die voor beide nominale hoeveelheden. Zelfs als het e-teken overduidelijk bij één van de nominale hoeveelheden staat. Die moeten dus allemaal opgenomen zijn in de e-teken erkenning.

In combinatie met een verzamelverpakking kunnen er zo 4 nominale hoeveelheden op een voorverpakking staan!

Een verpakker levert verpakte uitdeelzakjes chips in een grote zak. Op die zak schrijft hij: 10 x 30 g e = 300 g. Wat is wijsheid? Helaas is er geen kort antwoord.

Een verzamelverpakking is een voorverpakking met twee of meer verpakte producten of met product en één of meer verpakte producten/ingrediënten.

Het is verstandig om alléén de nominale hoeveelheid te declareren die wettelijk verplicht is.

Wat is wettelijk verplicht?

Verschillende wet- en regelgeving voor verschillende productsoorten heeft eisen voor de declaratie van producthoeveelheid op verzamelverpakkingen. Denk bijvoorbeeld aan voedsel, cosmetica, chemicaliën en dergelijke.

In het algemeen kun je stellen dat als de verpakkingen in de verzamelverpakking bedoeld zijn om los te verkopen, moet het aantal stuks en de hoeveelheid per stuk op de verzamelverpakking staan.

Als de verpakkingen in de verzamelverpakking niet bedoeld zijn om los te verkopen, dan moet er het aantal stuks en de totale hoeveelheid op staan.

Dit geldt ook als in een voorverpakking met product een verpakt ingrediënt zit, zoals bijvoorbeeld zakjes met kaas, croutons en saus in maaltijdsalades.

Bijzondere gevallen

Er is een juridische uitspraak die zegt dat portieverpakkingen met honing die door cateraars worden verkocht of worden verstrekt als onderdeel van een maaltijd, een voorverpakking zijn. Er is goede reden om dit ook van toepassing te verklaren op portieverpakkingen met andere producten. Op een doos met suikerzakjes zou dan moeten staan: 1000 stuks à 5 g. De suikerzakjes zelf moeten ook zijn voorzien van een nominale hoeveelheid. En als daar een e-teken bij staat, herhaal die dan op de verzamelverpakking.

Als van buiten de verzamelverpakking zichtbaar is hoeveel verpakkingen er in zitten, mag de aanduiding van het aantal stuks achterwege blijven.

Als van buiten de verzamelverpakking zichtbaar is wat de nominale hoeveelheid is van alle verpakkingen die er in zitten, dan mag de aanduiding van de hoeveelheid op de verzamelverpakking achterwege blijven.

De Europese Commissie heeft laten weten dat als het aantal stuks niet precies bekend is door ‘afvultechnische’ redenen, het geschatte aantal mag worden gedeclareerd (‘circa 1000 stuks’). Niet alle landen van de Europese Unie hebben dat overgenomen en eisen het minimale aantal.

Wat als er meer nominale hoeveelheden op staan?

Sommige verpakkers kiezen er voor om zowel de nominale hoeveelheid van de verpakkingen en de totale nominale hoeveelheid te declareren. Daarnaast staat soms de nominale hoeveelheid in volume (ml, cl of l) én in massa (g of kg) op de verzamelverpakking.

Alle nominale hoeveelheden die op een verzamelverpakking staan, moeten kloppen. Staat er een e-teken bij, dan geldt die voor alle nominale hoeveelheden. Zelfs als het e-teken overduidelijk bij één van de nominale hoeveelheden staat. Die moeten dus allemaal opgenomen zijn in de e-teken erkenning.

Wie is er verantwoordelijk?

De verpakker is er verantwoordelijk voor dat de voorverpakkingen voldoen aan de eisen. En dus ook de verzamelverpakking.

Uitzondering: als iemand een verzamelverpakking samenstelt uit voorverpakkingen waar een nominale hoeveelheid, een identificatie van de verpakker en een e-teken op staan, die bedoeld zijn om los te verkopen en hij declareert geen totale hoeveelheid, dan is de verpakker van de voorverpakkingen in de verzamelverpakking er verantwoordelijk voor dat die voorverpakkingen voldoen aan de eisen.

Dit betekent dat de verpakker van maaltijdsalades die zakjes met ingrediënten inkoopt, verantwoordelijk is voor de totale hoeveelheid product die hij moet declareren. Hij moet dus een oplossing bedenken hoe om te gaan met de (variatie) in de hoeveelheid van de ingekochte zakjes.

Voorbeeld van verkeerde declaratie

Het is onjuist om de hoeveelheid product in verpakkingen die niet bedoeld zijn om los te verkopen, te declareren op de verzamelverpakking (bijvoorbeeld op de doos: 10 zakjes instant soep van 19 g e). Het aantal stuks en het totaalgewicht moet op de verzamelverpakking staan.

Een meetinstrument moet voldoen aan de eisen uit de Metrologiewet (‘geijkt zijn’) en geschikt zijn voor het doel. Een van de dingen die daarbij een rol spelen is de nauwkeurigheid.

Uit de regelgeving is af te leiden dat de fout bij het meten van de hoeveelheid product niet groter mag zijn dan 1/5 van de maximaal toelaatbare fout van de nominale hoeveelheid.

In 1980 is aan de hand daarvan de volgende relatie gelegd tussen de nominale hoeveelheid en de ijkeenheid van weegschalen:

nominale hoeveelheid van de voorverpakking ijkeenheid (e) van de weegschaal
            5  g of ml en hoger               0,1    g of kleiner
          15  g of ml en hoger               0,2    g of kleiner
          35  g of ml en hoger               0,5    g of kleiner
        125  g of ml en hoger               1,0    g of kleiner
        350  g of ml en hoger               2,0    g of kleiner
    1.750  g of ml en hoger               5,0    g of kleiner
    3.500  g of ml en hoger            10,0    g of kleiner
    7.000  t/m 10.000 g of ml            20,0    g of kleiner

Het betekent dat de aanwijzing van een weegschaal met een ijkeenheid van 1 g en bij nominale hoeveelheden vanaf 125 g zonder verdere correctie kan worden geaccepteerd. Het betekent ook dat een weegschaal met een grotere ijkeenheid wel gebruikt kan worden als het meetresultaat gecorrigeerd wordt.

Andere zaken die onder ‘doelgeschikt’ vallen zijn:

  • Regelmatige kalibratie
  • Wijze van vastlegging van meetresultaten (als de weegschaal dat doet)
  • Uitworp of andere manier om afgekeurde voorverpakkingen te onderscheiden van de goedgekeurde (bij checkweighers)
  • Garantie dat al het gedoseerde product in de verpakking komt en dat de machine stopt als er geen combinatie kan worden gemaakt (bij multiheads)
  • Juiste werking van softwarematige berekeningen die de verpakker gebruikt bij de beoordeling over goed- en afkeur van partijen met voorverpakkingen en juiste werking van algoritmes die de goed- en afkeur van individuele voorverpakkingen sturen

De TU1-grens en TU2-grens zijn termen die niet voorkomen in de regelgeving en wél in het spraakgebruik (alhoewel sommigen ook spreken van de To-grens, T1-grens, Tabs-grens en T2-grens).

De regelgeving heeft het over de maximaal toelaatbare fout en hoe die kan worden berekend:

nominale hoeveelheid

in g of ml

maximaal toelaatbare fout
in % van nominale hoeveelheid in g of ml
                5      –                50 9
             50      –              100 4,5
           100      –              200 4,5
           200      –              300 9
           300      –              500 3
           500      –           1.000 15
        1.000      –        10.000 1,5

De TU1-grens kun je berekenen door van de nominale hoeveelheid de maximaal toelaatbare fout af te trekken en de TU2-grens wordt bepaald door van de nominale hoeveelheid twee keer de maximaal toelaatbare fout af te trekken.

Misschien heb je in de Europese Richtlijn 76/211/EEG “Klasse A” en “Klasse B” gezien met verschillende maximaal toelaatbare fouten. In de versie van de Richtlijn uit 1976 komen die inderdaad voor en zijn er 1978 al uit gehaald. De versie met alle wijzigingen die in de loop van de jaren zijn doorgevoerd staat aan het einde van dezelfde website van de Europese unie (‘All consolidated versions’).

Een producent levert onverpakt product en verpakkingsmateriaal aan een loonverpakker. Die verpakt het voor de producent. Op het etiket staat de nominale hoeveelheid, het e-teken en de naam van de producent.

Volgens de Europese Richtlijn is het de verpakker die er verantwoordelijk voor is dat de e-voorverpakkingen voldoen aan de voorschriften van die Richtlijn (alinea 1, artikel 4, Bijlage I). Een verpakker is degene die in de uitoefening van een bedrijf dat in Nederland is gevestigd, e-voorverpakkingen afvult (artikel 1.1, Warenwetbesluit). En in artikel 5.1 van dat Besluit staat dat […] de verpakker moet beschikken over een erkend e-teken systeem.

Omdat de naam van de producent op het etiket staat, is die een ‘bedrijf die de vulling laat uitvoeren’ (artikel 3.2 van bijlage I van Europese Richtlijn). Deze bedrijven staan alleen genoemd in het hoofdstuk over identificatie en komen verder in de regelgeving niet meer voor. Ze hebben daarom niet de verantwoordelijkheid dat de e-voorverpakkingen voldoen aan de eisen.

Een verpakker vult portieverpakkingen waar geen nominale hoeveelheid op staat. De verpakker controleert het productgewicht met een checkweigher. De vraag is: moet die geijkt zijn?

Voorbeelden van voorverpakkingen zonder nominale hoeveelheid: als de producthoeveelheid lager is dan 5 g of ml is de producthoeveelheid niet verplicht (maar bij specerijen en kruiden wél) en als het een voorverpakking is die niet bedoeld is om los te verkopen en onderdeel uitmaakt van een verzamelverpakking (bijvoorbeeld: zakje croutons in maaltijdsalade).

Wanneer een checkweigher wordt gebruikt om te bepalen of een hoeveelheidsclaim op een voorverpakking klopt, is er sprake van een handelstransactie en daarom moet de checkweigher geijkt zijn. Dit geldt zelfs als de checkweigher gebruikt wordt om doosjes uit te sorteren waar onvoldoende stuks in zitten (bijvoorbeeld: 4 in plaats van 5 ijsjes). Hierover heeft de bestuursrechter een uitspraak gedaan.

Uit de relevante regelgeving voor weeginstrumenten (MID) kun je afleiden dat een voorverpakking zonder nominale hoeveelheid mag worden gecontroleerd met een ongeijkte checkweigher. Overigens geldt deze uitzondering niet als de declaratie van het productgewicht in zo’n voorverpakking ergens anders gebeurt (bijvoorbeeld op een verzamelverpakking, een omdoos of op het etiket van een derde).

WANT TO KNOW MORE?

Contact us!

Knowledge and experience in metrology!

Why NMi?

  • Customer Orientated
  • Seeking solutions
  • More than metrology!
  • Worldwide acceptance
  • Independent
  • Create new standards
Special

A GREAT PARTNER IS NOT HARD TO FIND!

Knowledge through experience.

NMi has a long good worldwide reputation due to hard work, dedication and good customer service. We guide our clients, help them and learn from each other. Every market is different and every service needs to be approached in another way.

STAY INFORMED

SUBSCRIBE TO KNOWLEDGE CENTER