24 Dec Hoe nauwkeurig moet mijn weegschaal zijn?
Een meetinstrument moet voldoen aan de eisen uit de Metrologiewet (‘geijkt zijn’) en geschikt zijn voor het doel. Een van de dingen die daarbij een rol spelen is de nauwkeurigheid.
Uit de regelgeving is af te leiden dat de fout bij het meten van de hoeveelheid product niet groter mag zijn dan 1/5 van de maximaal toelaatbare fout van de nominale hoeveelheid.
In 1980 is aan de hand daarvan de volgende relatie gelegd tussen de nominale hoeveelheid en de ijkeenheid van weegschalen:
nominale hoeveelheid van de voorverpakking | ijkeenheid (e) van de weegschaal |
5 g of ml en hoger | 0,1 g of kleiner |
15 g of ml en hoger | 0,2 g of kleiner |
35 g of ml en hoger | 0,5 g of kleiner |
125 g of ml en hoger | 1,0 g of kleiner |
350 g of ml en hoger | 2,0 g of kleiner |
1.750 g of ml en hoger | 5,0 g of kleiner |
3.500 g of ml en hoger | 10,0 g of kleiner |
7.000 t/m 10.000 g of ml | 20,0 g of kleiner |
Het betekent dat de aanwijzing van een weegschaal met een ijkeenheid van 1 g en bij nominale hoeveelheden vanaf 125 g zonder verdere correctie kan worden geaccepteerd. Het betekent ook dat een weegschaal met een grotere ijkeenheid wel gebruikt kan worden als het meetresultaat gecorrigeerd wordt.
Andere zaken die onder ‘doelgeschikt’ vallen zijn:
- Regelmatige kalibratie
- Wijze van vastlegging van meetresultaten (als de weegschaal dat doet)
- Uitworp of andere manier om afgekeurde voorverpakkingen te onderscheiden van de goedgekeurde (bij checkweighers)
- Garantie dat al het gedoseerde product in de verpakking komt en dat de machine stopt als er geen combinatie kan worden gemaakt (bij multiheads)
- Juiste werking van softwarematige berekeningen die de verpakker gebruikt bij de beoordeling over goed- en afkeur van partijen met voorverpakkingen en juiste werking van algoritmes die de goed- en afkeur van individuele voorverpakkingen sturen