Waterstofdispensers: een gids voor kalibratie en certificatie

Waterstofdispensers: een gids voor kalibratie en certificatie

12 August 2022

Delft, Nederland — 12 augustus 2022. Nu meer Europese landen van plan zijn om de productie van duurzame waterstof te verhogen, winnen voertuigen die op waterstof rijden aan populariteit. Maar hoe weten we zeker dat de infrastructuur en de apparatuur, die de invoering van deze auto’s mogelijk maken, betrouwbaar zijn en aan alle meetkundige standaarden voldoen?

Aangezien de CO2 uitstoot in 2050 teruggebracht moet zijn naar nul, is de Nederlandse overheid druk bezig om de hoeveelheid voertuigen op waterstof te laten groeien. Dit doet ze door financiële steun te bieden en de essentiële infrastructuur hiervoor te verbeteren. Nederland telt 15 waterstofstations (juli 2022), een aantal is in aanbouw en voor diverse andere is de vergunning en financiering aangevraagd. Doel is om in 2025 in Nederland vijftig waterstofstations in gebruik te hebben. De financiering en toenemende interesse in brandstoftechnologie op basis van waterstof zou meer innovatie en hogere verkoopcijfers van waterstofvoertuigen teweeg moeten brengen.

Naast Nederland groeit de markt in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk voor voertuigen op waterstof, terwijl andere Europese landen hun duurzame waterstofstrategieën in meerdere sectoren en industrieën proberen toe te passen.

De grote belangstelling zorgt voor een nieuwe verantwoordelijkheid voor de aangewezen instanties, die een veilig ontwerp en veilige bouw van waterstofstations willen garanderen. Het NMi certificatieprogramma voor waterstoftankstations helpt bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de stations.

Wat waterstofstations anders maakt
Om de goedkeuring van voertuigen op waterstof en het commerciële gebruik ervan te stimuleren, is een vastgesteld waterstof-brandstofdistributie en -verkoop raamwerk nodig. Het is al gebruikelijk om de dispensers van diesel, benzine en alternatieve brandstoffen, zoals CNG of LNG, te certificeren, maar voor waterstofdispensers is dit een gloednieuw vakgebied. Niet alleen omdat de voertuigen die op waterstof rijden simpelweg nieuw zijn, maar ook omdat er een aantal belangrijke verschillen bestaan tussen de waterstof- en de traditionelere tankstations:

  • Waterstof wordt opgeslagen met een druk van 700 bar voor auto’s en 350 bar voor grotere voertuigen. Dit is veel hoger dan bij benzinepompen
  • Bij waterstof wordt de massa gemeten, dus kilogrammen in plaats van liters
  • Waterstofdispensers hebben een uniek vulpistool
  • Dispensers zijn druk- en snelheidsgereguleerd om veilig te kunnen tanken, zoals wordt beschreven in de SAE J2601
  • Toevoer van waterstof vindt plaats door een tanker of door het op locatie te produceren met zonne- of windenergie.


Verificatie nieuwe dispensers
Momenteel zijn de meeste bruikbare waterstofdispensers nog niet getest op metrologische nauwkeurigheid. Hierdoor kunnen de metingen significant verschillen. De reden dat de dispensers niet zijn getest is het ontbreken van een nauwkeurige en traceerbare referentie-installatie – dat wil zeggen tanks op een weegschaal die de hoeveelheid afgegeven waterstof meten. Het door de EU gefinancierde MetroHyve-project, dat werd opgezet om het gebrek aan meetmethoden en -normen aan te pakken, heeft inmiddels verschillende referentie-installaties ontwikkeld.

NMi werkt met een referentie-installatie die is ontwikkeld door meetinstituut VSL. NMi de enige instantie in Nederland waterstofstations mag certificeren. Het instituut combineert de eigen expertise van het testen van brandstofdispensers met VSL’s innovatieve Waterstof Kwantiteits Standaard (HyOS). Deze installatie maakt het mogelijk de hoeveelheid waterstof op een traceerbare manier te meten. In samenwerking met het H2Platform (een samenwerking van veertig bedrijven die zich met waterstof bezighouden) en andere belanghebbenden in de industrie, stelt NMi daarnaast een certificatieprogramma op om de consistentie van het testen te kunnen garanderen. Het programma maakt het voor klanten eenvoudiger om de standaarden na te leven.

NMi’s standaarden voor waterstoftankstations
NMi functioneert als een one-stop shop als het gaat om het testen en certificeren van de waterstofdispensers. De uitgebreide service van NMi wordt van laboratorium tot locatie aangeboden, waar zowel de typegoedkeuringen voor individuele onderdelen als typegoedkeuringen voor het hele systeem kan plaatsvinden, zodra de dispensers zijn gemonteerd en geplaatst.

Dankzij het gebruik van de VSL referentie-installatie is het mogelijk om de hoeveelheid van de afgegeven waterstof te controleren via adequate wetgeving: de Regeling Nationaal Autonoom Geregelde Meetinstrumenten, die is gebaseerd op de OIML R139 documenten. Daarnaast moet men zich aan een maximaal toegestane foutmarge houden van 2% en NMi controleert ook of de nauwkeurigheid wordt beïnvloed door externe factoren, zoals EMC. NMi kan assisteren waar nodig, ook als er afwijkingen worden vastgesteld op locatie.

NMi raadt klanten aan om alert te zijn wanneer componenten worden geselecteerd en om deze te laten controleren vóór de montage om zo systeemproblemen op het moment van goedkeuring te voorkomen. Hierdoor wordt tijd bespaard.

Wilt u meer weten over de kalibratie en certificatie die NMi biedt voor waterstofdispensers? Neem gerust contact met ons op.

STAY INFORMED

SUBSCRIBE TO KNOWLEDGE CENTER